Volgens de Wvggz en Wzd moeten zorgaanbieders halfjaarlijks gegevens bij de inspectie aanleveren over het gebruikmaken van verplichte en onvrijwillige zorg.
Op de webpagina van IGJ staat informatie voor zorgaanbieders over het proces rondom de gegevensaanlevering. Van het registreren van verplichte of onvrijwillige zorg in uw systeem, tot en met de aanlevering bij IGJ. Met een uitleg over wat de inspectie doet met de door u aangeleverde gegevens. Deze handleiding helpt je bij het opstellen en aanleveren van de gegevens.
Welke vragen stel je met elkaar, wanneer je overweegt om onvrijwillige zorg in te zetten? In onze leidraad voegen we twee essentiële punten toe die in de bestaande methodieken ontbreken. Het gedrag dat als probleem wordt gezien vormt de aanleiding voor de afweging van onvrijwillige zorg. Om dit te bespreken zijn diverse methodieken ontwikkeld, zoals GRIP en ABC-s. In deze methodieken ontbreken echter twee punten die wij onontbeerlijk vinden in de zoektocht om waar mogelijk onvrijwillige zorg te voorkomen. In onze gespreksleidraad zijn beide punten geïntegreerd:
1. Welke kenmerken van de betreffende cliënt zijn van invloed op de oplossing?
Dat kunnen bijvoorbeeld waarden zijn (privacy hoog in het vaandel, zorg voor het uiterlijk, zelfstandigheid) of behoeften (geborgenheid, nabijheid, bewegingsvrijheid, sociale contacten). Stel dat een bewoner privacy heel belangrijk vindt, dan is cameratoezicht in diens kamer een niet-passende oplossing. Terwijl voor een bewoner die behoefte heeft aan geborgenheid het weer niet zo’n issue is als er iemand in de nacht de diens kamer komt. Dat geeft hem of haar vooral een gevoel van nabijheid en veiligheid. Zoek dus een oplossing die past bij de persoon.
We vatten dit punt samen in de vraag: Om wie gaat het?
2a. Een controlevraag voor het zorgpersoneel: Is het erg?
In de praktijk blijken we nogal eens risico’s te willen vermijden die eigenlijk helemaal niet zo’n groot risico zijn. Wanneer iemand aan een gesloten deur staat te rammelen, wil dat niet altijd zeggen dat hij of zij ook de benen neemt wanneer de deur ontgrendeld zou zijn. Het gevoel opgesloten te zijn is voor veel bewoners erger dan het verlangen om te vertrekken.
Maar bovendien: als iemand daadwerkelijk vertrekt, wat zijn dan de risico’s? Hoe groot zijn die werkelijk? Durven we geaccepteerde risico’s af te spreken?
2b. En dan de gewetensvraag: voor wie is dat dan erg?
Voor de bewoner zelf? Of voor de familie die bang is dat er iets gebeurt? Voor het imago van de organisatie? Of zijn wij zélf bang voor onze verantwoordelijkheid als er iets met onze bewoners gebeurt? Ken je de gedachte: goed idee, maar wát als het in mijn dienst gebeurt…….? Het is goed om dit helder te krijgen.
De laatste stap in de leidraad gaat over goed registreren in het ECD. Dat is belangrijk om methodisch te kunnen werken aan het probleemgedrag en te blijven zoeken naar het afbouwen van onvrijwillige zorg, wanneer dat toch de beste oplossing blijkt.