Nu de Wet Zorg en Dwang van kracht is, zijn veel organisaties druk met het opstellen van beleid, inrichten van rollen en oefenen met het stappenplan.

Bij dit proces zal regelmatig de vraag worden gesteld of in een specifiek geval sprake is van onvrijwillige zorg ter voorkoming van ernstig nadeel of dat het een maatregel is die niet direct ernstig nadeel voorkomt, maar voortkomt uit vragen van familieleden, cultuur of angst voor incidenten.

Meer dan een stappenplan

Daarmee is de Wet Zorg en Dwang veel meer dan het doorlopen van het stappenplan. Voor vooral locaties raakt de wet ook de cultuur onder medewerkers, de verwachtingen van verwanten en de verantwoordelijkheden die door de hele organisatie heen zijn belegd. Bewust of onbewust kunnen deze aspecten leiden tot onvrijwillige zorg.

Een voorbeeld van cultuur is het doen van controlerondes in de nacht. Dit kan als vervelend worden ervaren door bewoners en niet bij elke bewoner zal het nodig of gewenst zijn. Wanneer medewerkers tijdens het inwerkproces horen, dat nachtelijke rondes gemaakt dienen te worden, dan is het de cultuur van de locatie die leidt tot onvrijwillige zorg.

Verwachtingen

Een voorbeeld van verwachtingen zijn die van verwanten over de zorg en de veiligheid. Verwanten kunnen een beeld hebben van maximale veiligheid doordat er bijvoorbeeld 24/7 deskundigheid aanwezig is en bewoners op voorhand, zonder noodzaak achter een gesloten deur komen. Met alle goede intenties worden deze verwachtingen bevestigd omdat professionals graag de zorg overnemen.

Het creëren van de juiste verwachtingen in het verhuisproces kan veel onvrijwillige zorg, die voortkomt uit de verwachting van een veilige omgeving, voorkomen. Hier ligt een grote rol voor cliëntadviseurs. Zij kunnen op voorhand de verwachtingen managen over vrijheid en veiligheid en het beeld schetsen dat ondanks de 24/7 aanwezigheid van deskundigen, incidenten nog steeds kunnen voorkomen. 

Draagvlak

Ook verantwoordelijkheden kunnen leiden tot een vorm van vrijheidsbeperking of onvrijwillige zorg. Het ‘niet-in-mijn-dienst’ is er een voorbeeld van. Medewerkers voelen niet de ruimte om geaccepteerde risico’s ook daadwerkelijk te accepteren, vanwege hun verantwoordelijkheidsgevoel.

Maar dit geldt ook voor leidinggevenden tot aan de Raad van Toezicht toe. Wanneer de lijn niet uitstraalt dat er een wereld is van weloverwogen geaccepteerde risico’s, zullen uiteindelijk bewoners niet de ruimte krijgen, waar ze mogelijk behoefte aan hebben.

Het werken van vrijheid, waarbij veiligheid op maat georganiseerd dient te worden vanuit het principe dat een bewoner vrijheid heeft en het accepteren van weloverwogen risico’s dient  steun te krijgen vanuit de hele lijn. Deel daarom niet alleen het beleid met uitvoerende professionals, maar betrek ook de lijn tot en met de RvT er bij en vraag iedereen of ze achter het beleid kunnen staan.

Verantwoordelijkheden

De Wet Zorg en Dwang is daarom meer dan een stappenplan. Het kennen van bewoners, hun rechtspositie, het creëren van de juiste verwachtingen, cultuur en verantwoordelijkheden zijn aspecten die met de komst van deze wet om aandacht vragen.

Hoe kan dit geadresseerd worden? Begin eens met jezelf de vragen te stellen ‘Wat zou de bewoner zelf willen’ en ‘Is het erg?’. Deze vragen kunnen door de hele organisatie heen gesteld worden. De antwoorden op deze vragen maakt iedereen bewust van verantwoordelijkheden, normaliseert mogelijke onnodige beperkingen of leidt tot sterke argumenten waarom iets daadwerkelijk voorkomen dient te worden.