Zo helpt het ook niet om uit het ‘oude BOPZ denken’ te komen, door te blijven praten over middelen en maatregelen of VBM (vrijheidsbeperkende maatregelen) om veiligheid te creëren. Dat associeert direct met het afvinklijstje van M&M’s. Is het een idee om over interventies (voor veiligheid) te spreken? Of veiligheidsmaatregelen? Of oplossingen voor veiligheid op maat? Dat geeft een duwtje in de gewenste denkrichting.
Een wat subtieler voorbeeld:
Wanneer voor cliënten vrijheid het uitgangspunt is en we veiligheid op maat organiseren, dan is het vreemd om te spreken over vrijheid verruimende maatregelen. Misschien in deze transitiefase van veel gesloten naar open PG-afdelingen nog begrijpelijk, maar als iemand al vrijheid hééft (grondwet artikel 15), dan valt er niets te verruimen. Wel is het juist dan van belang dat we veiligheid op maat regelen. Als een logische uitkomst van persoonsgerichte zorg.
Als we ons realiseren dat slechts zo’n 5% van ons gedrag gepland is en de overige 95% automatisch gedrag, dan is begrijpelijk dat alle hulp om uit dat automatisme te komen, welkom is. Taal kan daarbij een grote rol spelen omdat het invloed heeft op dat automatische gedrag. De afwijking van de oude taal valt op en helpt om ander gedrag te vertonen. Zélfs zonder dat je daarvan bewust bent!
Door andere woorden te kiezen dan we gewend zijn, helpen we onszelf om voorgenomen ander gedrag te laten zien.