De invloed van taal om uit oude routines te komen

In ons lerend netwerk hebben wij het uitgangspunt “Vrijheid met veiligheid op maat”. Dit is een krachtige basis om onze zorghandelingen aan te kunnen toetsen. Bovendien is het geheel in lijn met de Wet zorg en dwang, die van ons vraagt om vrijheden van cliënten niet te beperken, tenzij het gaat om uitzonderlijke situaties. Toch is dit uitgangspunt in de meeste zorgorganisaties nog steeds een punt van ontwikkeling. Hoe meer we er met elkaar over spreken, hoe duidelijker het ons wordt dat we  – met de beste intenties – nog vaak de vrijheid van cliënten beperken. Dialoog is een krachtig middel om het thema te doorleven en om als individu daarin positie te bepalen; vind ik dit ook? durf ik dit aan? Dialoog bestaat uit taal en die kan enorm bijdragen aan deze doorleving. Want taal schept het beeld van de boodschap die je geeft. Een voorbeeld om het verschil te voelen: “Deze bewoner is onrustig en dwaalt ‘s nachts over de gang” of “Deze bewoner is onrustig en loopt ‘s nachts over de gang”.

Met onze woordkeuze sturen we – soms geheel onbewust – onze eigen perceptie. 

De eerste zin lijkt te impliceren dat het nadelig is dat bewoner ‘s nachts over de gang loopt. En dat noopt tot tegenmaatregelen. Wanneer dat gebeurt op basis van in kaart gebrachte risico’s, is dat waarschijnlijk ook een goede reactie. Maar wat als deze tegenmaatregelen voortkomen uit de impliciete verwachting dat dwalen over de gangen niet ‘goed’ is? Dat ‘s nachts iedereen in bed hoort te liggen en niet in zijn pyjama door het huis hoort te lopen. Of dat deze bewoner de weg niet meer weet, omdat hij dement is. Met onze woordkeuze sturen we – soms geheel onbewust – onze eigen perceptie.

Andere herkenbare voorbeelden:
“Er is een bewoner ontsnapt” versus “Er is een bewoner naar buiten gelopen”.
“Er loopt een PG bewoner los” versus “Er loopt een bewoner van de PG afdeling op straat”.
“Mevrouw wordt bij ons opgenomen” versus “Mevrouw komt bij ons wonen”.

 

'Oude BOPZ-denken'

Zo helpt het ook niet om uit het ‘oude BOPZ denken’ te komen, door te blijven praten over middelen en maatregelen of VBM (vrijheidsbeperkende maatregelen) om veiligheid te creëren. Dat associeert direct met het afvinklijstje van M&M’s. Is het een idee om over interventies (voor veiligheid) te spreken? Of veiligheidsmaatregelen? Of oplossingen voor veiligheid op maat? Dat geeft een duwtje in de gewenste denkrichting.

Een wat subtieler voorbeeld:
Wanneer voor cliënten vrijheid het uitgangspunt is en we veiligheid op maat organiseren, dan is het vreemd om te spreken over vrijheid verruimende maatregelen. Misschien in deze transitiefase van veel gesloten naar open PG-afdelingen nog begrijpelijk, maar als iemand al vrijheid hééft (grondwet artikel 15), dan valt er niets te verruimen. Wel is het juist dan van belang dat we veiligheid op maat regelen. Als een logische uitkomst van persoonsgerichte zorg.

Als we ons realiseren dat slechts zo’n 5% van ons gedrag gepland is en de overige 95% automatisch gedrag, dan is begrijpelijk dat alle hulp om uit dat automatisme te komen, welkom is. Taal kan daarbij een grote rol spelen omdat het invloed heeft op dat automatische gedrag. De afwijking van de oude taal valt op en helpt om ander gedrag te vertonen. Zélfs zonder dat je daarvan bewust bent!
Door andere woorden te kiezen dan we gewend zijn, helpen we onszelf om voorgenomen ander gedrag te laten zien.